Wat was dat voor een week? Begin maart staat altijd in het teken van vrouwenrechten en positie vanwege de Internationale Vrouwendag. Zo ook deze week. Afgelopen maand organiseerden we samen met andere buurtcommunities in Pakhuis de Zwijger de meeting Vrouw aan het roer, over het onderwerp vrouwelijk leiderschap. Met als partners Framer Framed en hun project City is Ours , samen met activiste Santi van den Toorn en Bloei & Groei. Wat een bruisende avond was dat, zoals verschillende generaties vrouwen, van zestien tot in de zeventig, hun ervaringen en hun activistische projecten deelden met elkaar. De jongere generaties vrouwen hebben hun eigen weg gevonden, dat bleek tijdens de avond.
Dinsdag was ik uitgenodigd door de HVA om bij de lancering van het boek ‘Art in social work practice’ aanwezig te zijn. Een kruisbestuiving tussen sociaal en artistiek in werk en denken is altijd mijn drijfveer geweest. Dit boek is veelomvattend en behandelt de participatieve kunstpraktijken van verschillende continenten. Ik kon me heel goed vinden in de presentatie van de Hogeschool van Gent, waarin duidelijk aangegeven werd hoe het vroegere giving a voice aan mensen uitgroeide tot giving a stage. En dat is precies de ontwikkeling die wij bij ZID hebben doorgemaakt.
En dan de woensdag: een bijeenkomst georganiseerd door het Stadsdeel West in VondelCS (het Media & Cultuur LAB van AvroTros), over de staat van kunst en cultuur. Een gesprek met de wethouder van kunst en cultuur Touria Meliani, stadsdeelvoorzitter Fenna Ulicki. Over organisaties gevestigd en werkzaam in West en samenwerking met grotere instellingen als het Van Gogh Museum en Nationaal Opera en Ballet. Hoe vinden we een evenwicht tussen de laatste ontwikkelingen in de kunst en cultuur en de behoeftes van stadsbewoners van een diverse en veelkleurige stad als de onze. Een stad met een van oudsher traditionele culturele structuur. Waar is het meeting point tussen hoge en lage kunst, tussen de gevestigde cultuurmakers en de ‘gewone’ stadsbewoners? Welke nieuwe wegen zouden we kunnen inslaan om effectief met elkaar samen te werken? Een complexe thematiek, waarin verschillende geluiden te horen zijn. In onze samenwerking met het ITA- ensemble probeerden we de afgelopen jaren ook steeds om nader tot elkaar te komen, voorbij de vastomlijnde structuur van een formele samenwerking. Niet eenvoudig, want elke organisatie heeft een eigen DNA en eigen prioriteiten. Waar is het ontmoetingspunt, het punt vanaf waar we elkaar zouden kunnen aanvullen?
En dan donderdag, de dag dat Netwerk Democratie ons vroeg om de DAS Theater studenten, de master opleiding van de HVA, te ontvangen in een werksessie van drie uur en te vertellen wat de essentie van ons werk bij ZID is. Ik heb het de titel gegeven: How do you work in Co-creation between professionals and not professionals?…
Met het hele artistieke kernteam van ZID, dus Sebo, Daan en ik, stelden we een programma samen waarin we vertelden over zowel de praktische benadering als het gesprek dat we aangaan. Waarin voorbeelden uit de praktijk en samen brainstormen vaste onderdelen zijn. Wat ik interessant vind is dat voor de zoveelste keer onze methodiek en het door ons ontwikkelde spel VerhalenVanger zo ontzettend enthousiast wordt ontvangen. En weer komt de vraag: wanneer wordt het in het Engels uitgegeven, want deze groep studenten uit Israël, Irak, Italië, Letland, Nederland en Griekenland is zeer geïnteresseerd om het spel in eigen praktijk toe te passen.
En dan is het 8 Maart, Internationale Vrouwendag. Ik beslis om naar de opening van de expositie The City is Ours van Framer Framed te gaan in Werkplaats Molenwijk. Ik wil het project, een kunst samenwerking over de openbare ruimte voor jonge vrouwen in Amsterdam en Tunis, van nog dichterbij voelen.
De kleine ruimte, ingesloten door flats, ademt een levendige sfeer en is tot aan de nok gevuld. En wat is het mooi om te zien en te luisteren naar de verhalen van deze jonge vrouwen, tussen 18 en 22 jaar, die ieder op hun eigen manier proberen ruimte in te nemen. Ruimte die soms niet vanzelfsprekend wordt gegeven. Je hoort over de twijfels en moeilijkheden, waarbij het thema veiligheid nadrukkelijk de boventoon voert. Jonge vrouwen voelen zich in de openbare ruimte in Amsterdam niet altijd veilig. Ze zijn moedig en ze gaan er tegen aan, maar de maatschappij mag het probleem daarmee absoluut niet onderschatten.
De week is nog niet om. Zaterdag kijk ik met mijn dochter naar de uiterste spannende film Hate U Give en het is zo spannend en zo pijnlijk, dat ik me afvraag of er ooit een einde zal komen aan de ongelijkheid in de wereld.
Want eigenlijk liep het onderwerp van (on)gelijkheid als een de rode draad door de hele week. Gelijkheid tussen mannen en vrouwen, gelijkheid in een creatief proces tussen professionals en buurtbewoners, gelijkheid van ras, gender, sociale klasse. Een gelijke plek kunnen innemen in de openbare ruimte.
En zondag repeteren we aan de Odysseus. Met 4 acteurs, van 3 verschillende continenten, met 3 verschillende talen. De werelden en persoonlijke ervaringen ontmoeten elkaar in een universele ruimte op zoek naar een eigen huis.
Met dit nieuwe avontuur willen we het gevoel van (on)gelijkheid bespreekbaar maken. Niet in een debat, maar door in dialoog te gaan, met theater, dans, poëzie. Want juist kunst heeft de kracht om dat onderhuidse en gevoelige tussen mensen dusdanig te verbeelden, dat iedereen die er bij is zich ervan bewust wordt dat er veranderingen gaande zijn.
En dat was een van de kleine revoluties van deze week, want elke dag en elke bijeenkomst was een stap in deze richting.
En overdag wordt gewoon de zaal gerund, hè. Heet dat soms vrouwelijk leiderschap?!