Er wordt veel gespeculeerd en voorspeld over hoe theater er na de coronacrisis uit zal zien. Wat gaat er veranderen, wat hebben we geleerd tijdens de corona pandemie? Want zoals na elke grote crisis zullen kunst en theater veranderen, daar ben ik van overtuigd. Maar hoe? Meestal zien we na heftige gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis dat er in de podiumkunsten teruggegrepen wordt naar de momenten waarop er een vernieuwing plaatsvond.
Theatermakers als Stanislawski en Meyerhold beleefden het hoogtepunt in hun artistieke werk aan het begin van de Oktoberrevolutie van 1914 en vlak daarna opnieuw. In Frankrijk hervormden acteurs als Decroux en Lecoq voor en na de Tweede Wereldoorlog het theater met hun nieuwe methodes voor en denkbeelden over fysiek theater. Waaruit een hele nieuwe discipline ontstond: de mime. In het socialistische naoorlogse Polen, ook een zwarte periode, schreef toneelregisseur Jerzy Grotowksi, nadat hij zelf slechts een paar voorstellingen had gemaakt, het boek Towards a Poor Theatre (Naar een Sober Theater) en veranderde daarmee blijvend de ideeën over acteren. De vraag is nu: Zal de coronacrisis ook leiden tot zulke grote verschuivingen in de geschiedenis van de podiumkunsten?
Zullen de digitale experimenten bijvoorbeeld een blijvende verandering geven? Ik betwijfel het, het lijken vooral overbruggingen, een technische oplossing om het werk hoe dan ook voort te kunnen zetten. De meeste van deze digitale voorstellingen zullen binnen de kortste keren toch weer worden vervangen door live-evenementen. Logisch, want als er één kunstvorm is die nog steeds de unieke kracht heeft om rechtstreeks met zijn toeschouwers te communiceren, dan is het wel theater en de podiumkunst in het algemeen.
En die kracht is de vlam die het theater ook in de toekomst levend zal houden.
Wat verwacht ik persoonlijk? Ik merk iets nieuws bij mezelf en bij andere makers, en dat is nog meer engagement bij bepaalde onderwerpen, actualiteit, persoonlijke beleving van de wereld, politiek en andere actuele vraagstukken. De podiumkunsten, die de kracht hebben om politieke kwesties van dat moment aan de orde te stellen, zijn lange tijd beperkt gebleven tot amusement (cabaret, stand-up comedy) of pseudo actueel theater, waarbij bijvoorbeeld een klassieke tekst (Shakespeare, Grieks drama) wordt bewerkt, het klassieke thema in een modern jasje wordt gestoken. Maar vaak ontbreekt daarin dan juist de verdieping en de connectie met de actualiteit van hier en nu. Het echte politieke theater is grotendeels van het toneel verdwenen, een kritische mening wordt zelden verwerkt, grote sociale en maatschappelijke problemen van deze tijd zelden verwoord. Het theater is meestal niet meer dan politiek correct met een kleine dosis humor erin. Wordt het na deze lange en ingrijpende crisis een uitdaging voor kunstenaars om op deze gebeurtenissen te reageren? Gaan we in de toekomst naar het theater alsof we naar een heel belangrijke vergadering gaan, een bijeenkomst of demonstratie, waar we zelf een onderdeel van zullen worden? Zal de toeschouwer, als passieve ‘toekijker’ en consument, veranderen in een actieve betrokken meedenker, ‘medespeler’? Waar zal de nieuwe discussieruimte ontstaan? Hoe gaan we de theaterruimte inrichten om die actieve deelname van toeschouwers mogelijk te maken? Zullen we ons laten leiden door de voorbeelden van het Deense ODIN Theater en haar regisseur Eugenio Barba, en ruimte creëren bij elke voorstelling zodat de toeschouwer de rol van zowel gast als ooggetuige kan aannemen en in nauw contact met de acteurs kan komen?
Ik vraag me soms af, zullen we überhaupt nog wel live kunnen discussiëren na een jaar van online vergaderingen, waar de discussie per definitie wordt georganiseerd en gecontroleerd, en de moderator op elk moment de deelnemers het zwijgen op kan leggen of zelfs met één klik uit de vergadering kan verwijderen?
In haar interview voor de podcast The Last Bohemians in maart 2021 antwoordde de beroemde performancekunstenaar Marina Abramovic op de vraag wat de toekomst van de kunst volgens haar is:
“De toekomst van kunst is voor mij een dialoog tussen kunstenaars en publiek, zonder een object tussen hen in. Alleen directe overdracht van energie. En ik geloof echt dat dit de toekomst is. “
Wat is de toekomst van het theater na corona? Misschien dat we in het theater wel kunnen en mogen kiezen, mogen zeggen wanneer we iets in wezen goed vinden, niet alleen in vorm en uitvoering, maar ook in de relatie die tot stand komt met het publiek. Dat we het publiek niet willen ‘uitschakelen’ wanneer ze niet langer spannend genoeg zijn, zoals we nu kunnen doen met digitale presentaties.
Misschien komen we vooral uit deze crisis als actieve toeschouwers – als deelnemers in die unieke interactieve belevenis die een theatervoorstelling nog steeds is. En waar je, zelfs tijdens een voorstelling, (nog steeds) de keuze hebt om te blijven of te vertrekken.