Nog maar net heb ik besloten wekelijks een blog te schrijven of mijn blog komt de tweede week al meteen in gevaar. Het is druk, het is weer heel erg druk. Ligt het aan de sector waarin we werken? Waar altijd te weinig geld is en te veel werk en waar je de dingen niet gewoon rechtstreeks, zonder omwegen, kunt organiseren? Alles wat we ondernemen, moet zich tot iets of iemand verhouden en dat kost veel tijd, nadenken, gesprekken voeren, brainstormen, zoeken naar oplossingen en organiseren. Pas daarna kunnen wij dus de werkruimte of een workshop in en moet het gebeuren. In beperkte tijd zullen we proberen iets van onze dromen op een theatrale manier neer te zetten. Deze laatste weken van januari is de hele Amsterdamse culturele sector in rep en roer vanwege de subsidieaanvragen die we iedere vier jaar weer voor elkaar moeten zien te krijgen. Is het redelijk om van ons te vragen elke vier jaar weer een nieuw plan op papier te zetten? En kun je dat plan, heel goed op papier voorbereid, dan ook de komende vier jaar uitvoeren? Maar al te vaak worden we door de tijd ingehaald, door de actualiteiten, maar ook door de snelle maatschappelijke ontwikkelingen en de wereldpolitiek. Want laten we eerlijk zijn, niemand weet meer zeker hoe de wereld er over vier jaar uit zal zien. De tijd raast vooruit en ik probeer iets samen te vatten dat universele waarde heeft. Dat is de enige actualiteit die je in het vooruit kunt meenemen. Dat is het enige wat niet tijdgebonden is. Hierdoor was de tweede week van januari super hectisch, balancerend tussen verleden, heden en de toekomst. En toen belde Jacky dat ze in Nederland was.
In 1984 kwam ik uit Belgrado naar Utrecht om te studeren aan de internationale afdeling van de Academie voor Expressie, die tijdens mijn studie de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) werd. Mijn enige medestudent was Jacky Bernabela uit Aruba. Wij waren samen de internationale afdeling, twee mensen uit totaal verschillende werelddelen. Ik had nog nooit gehoord van Aruba en zij nog nooit van Joegoslavië. Onze tocht door de jaren van de theaterschool was merkwaardig, met veel obstakels en culturele misverstanden. We begrepen de Nederlandse manier van denken en doen niet – en de Nederlanders begrepen ons niet. Maar het bijzondere was dat wij elkaar wél begrepen, twee meiden, een uit het Caribische gebied en een voormalige Nederlandse kolonie, en de ander uit het socialistische land van president Tito. Ondanks de vele obstakels maakten we beiden de studie af en gingen ieder onze eigen weg.
In 1986 reisden we naar Finland om de net gemaakte voorstelling onder de naam ZID Theater te presenteren. Meer dan 2000 km naar het Noorden, zij en ik, samen met Susanne, Catharina, Paik en Hans in een oud Volkswagenbusje. Daarna vervolgde iedereen weer zijn eigen artistieke weg en levenspad. Jacky ging terug naar de Antillen, we zagen elkaar 15 jaar geleden voor het laatst, maar dankzij de social media konden we elkaar blijven volgen. En nu is Jacky hier in Amsterdam. Wat fantastisch! We lachen om van alles en nog wat, we kijken terug naar het Nederland in de tijd van de Bhagwan, de krakersbeweging en veel minder mensen uit andere landen. Vooral in Utrecht op de Academie! En we besluiten dat het tijd is om weer iets samen te doen, want de theaterwind en de inspiratie die daarop worden meegenomen waait nog steeds. Wij gaan proberen om de tijd te overstijgen, te overbruggen, in te halen. Wij zullen ons ‘tijdloos’ in een nieuw theateravontuur storten.